IAAR ondersteunt elke vier jaar het congres van PRH-International, zodat minstens twee vormingswerkers uit ieder land aanwezig kunnen zijn. Dat liep dit jaar door de coronacrisis anders, met grote gevolgen.
Het congres van PRH-International is telkens een gebeuren waar vormingswerkers naar uitkijken om:
– ervaringen uit te wisselen,
– kennis te maken met de eigenheid van de verschillende culturen,
– nieuwe uitdagingen op te nemen voor de PRH-missie in de wereld,
– evenwicht te vinden tussen internationale strategie en lokale ontwikkeling.
– onderzoek te doen
– nascholingen voor de vormingswerkers
– nieuwe richtlijnen af te spreken die haalbaar zijn voor iedereen
– kennis op te doen over nieuwe wetenschappelijke ontwikkelingen die belangrijk zijn voor de PRH-vorming
In normale omstandigheden zou het vierjaarlijks congres van PRH-International plaatsvinden van 5 tot 21 mei in Cordoba, Argentinië.
IAAR heeft heel wat geïnvesteerd om dit congres financieel te steunen, zodat minstens twee vormingswerkers uit ieder land zouden aanwezig zijn: betaling van vliegtickets, contracten ter plaatse, logistiek, enz…
Door de coronacrisis kon het congres dit jaar niet doorgaan. In enkele weken tijd werd echter alles in het werk gesteld om toch een alternatief congres te kunnen houden. Het programma werd gereduceerd tot wat digitaal haalbaar was in vier dagelijkse bijeenkomsten van drie uur. En alle vormingswerkers werden uitgenodigd om hier digitaal bij aanwezig te zijn.
Dat is echter nog niet vanzelfsprekend, want in de 31 deelnemende landen uit de vijf continenten varieert het tijdsverschil tot 12 uur: wanneer het in Europa 14u is, is het in Argentinië nog heel vroeg en gaat Australië stilaan de nacht in. Deelnemen betekent dus onvermijdelijk voor een deel van de vormingswerkers nachtwerk.
Bovendien is er een groot verschil in digitale infrastructuur. Europese landen en landen uit Azië en Noord- en Zuid-Amerika hebben de logistiek om op een internetplatform aanwezig te zijn. Voor sommige landen, voornamelijk uit Afrika, hangt alles af van de aanwezigheid elektriciteit en internet op dat moment. En dat kan per dag en zelfs gedurende een dag sterk wisselen, wat deelname van deze vormingswerkers tot het moment zelf ongewis maakt.
Uiteindelijk konden 141 vormingswerkers inloggen en was het, ondanks de beperkte mogelijkheden aan uitwisseling, een indrukwekkend gebeuren. Er konden zelfs meer vormingswerkers deelnemen dan eerder gepland, mits zij over de nodige logistiek beschikten.
Ieder land stelde zichzelf voor met zijn sterktes, zwaktes en uitdagingen. De verbondenheid was sterk. De gedrevenheid ook. Er was geen onderscheid tussen rijk en arm.
Nu iedereen thuis zit en geen fysieke contacten kan hebben, werden extra initiatieven genomen voor na het congres. Sommige groepen zullen samen verder onderzoek doen, anderen ontwikkelen nieuwe programma’s. Er werden ook extra cursussen georganiseerd voor vormingswerkers (in het Frans, Engels en Spaans) rond gemeenschappelijke interesses. IAAR sponsort bijgevolg sommige vormingswerkers zodat zij de bijscholing kunnen genieten die ze nu nodig hebben.
Onderlinge steun en solidariteit was en blijft onontbeerlijk, ook na de pandemie.